Het is een opvallend experiment. Het Bouwdepot biedt thuisloze jongeren een jaar lang financiële rust zodat ze kunnen bouwen aan hun toekomst. Sinds de start van een pilot met vijf jongeren in januari 2020 heeft het initiatief grote stappen gezet. Hoe dat is gelukt, besprak ik met social designer Manon van Hoeckel. “Met het Bouwdepot geven we jongeren een kans om te bouwen aan de fundering van hun leven.”
Drie lessen die ik haal uit het gesprek:
• Effectief een probleem aankaarten? Ga ermee aan de slag.
• ‘Succes’ is iets wat je samen bepaalt, op basis van reële ervaringen in de praktijk
• Kleine experimenten kunnen grotere systeemveranderingen voeden, maar dat gaat niet vanzelf.
—
Goede investering
Sinds vijf jaar werkt Manon van Hoeckel samen met Stichting Zwerfjongeren Nederland om het probleem van dak- en thuisloze jongeren op een aansprekende manier aan te kaarten. Manon: “Jongeren tussen de 18 en 21 jaar die dak- of thuisloos raken, bouwen in korte tijd grote schulden op. Zij kunnen maar een uitkering ontvangen van 265 euro in de maand, omdat de Nederlandse overheid verwacht dat ouders financieel bijspringen. Bij deze jongeren is dat vaak niet geval en dus stapelen de schulden zich snel op. Tot wel 666 euro per maand, volgens het Nibud.”
Samen met haar samenwerkingspartner Marleen van der Kolk van Stichting Zwerfjongeren Nederland gaat Manon concreet aan de slag. “De ontwerpersmentaliteit is geen rapport schrijven maar concreet testen: wat gebeurt als die jongeren wel een fatsoenlijk inkomen zouden krijgen? We kwamen erachter dat er nog geen experimenten bestonden op dit vlak.” Zo ontstaat het Bouwdepot. Met behulp van een aantal fondsen beginnen ze een pilot met vijf jongeren die een jaar lang een vast inkomen ontvangen van 1050 euro per maand. Onderzoeksinstituut DRIFT wordt aangetrokken om het proces te volgen.
“De ontwerpersmentaliteit is geen rapport schrijven maar concreet testen: wat gebeurt als die jongeren wel een fatsoenlijk inkomen zouden krijgen?"
Gesprek over succes
Sinds de start valt het Bouwdepot op in zijn verbeeldingskracht. “Het allerbelangrijkste is dat we communiceren wat de pilot met jongeren doet. Om te voorkomen dat de jongeren rondlopen met een label op hun hoofd, willen we ze niet herkenbaar in beeld brengen. Daarom maken we een podcast, een mooi auditief middel om iemand mee te nemen in het verhaal.” De verhalen delen ze met een groot publiek via een aansprekende website en via berichtgeving inde media (zie bijvoorbeeld dit 1Vandaag item).
De aansprekende verhalen van jongeren gebruiken ze ook voor ‘Bouwdepot aan tafel’-sessies: ze bezoeken gemeenten, laten stukjes van de podcast horen en gaan in gesprek met bestuurders, ambtenaren en begeleiders vanuit zorgorganisaties. Zo ook in Eindhoven, waar de wethouder de eerste vervolgstap zet. “In de eerste en tweede pilot deden een aantal jongeren uit Eindhoven mee en de wethouder gaf aan een grotere pilot te willen doen van 30 jongeren. Ook financierde het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de tweede pilot met vijf jongeren. Zo begon het te groeien.”
Inmiddels bestaat het Bouwdepot uit pilots in vier gemeenten in Nederland en ontvangen (en ontvingen) in totaal zestig jongeren tot nu toe een bouwdepot. Iedere pilot gaat gepaard met een zorgvuldig samenwerkingsproces. Manon: “Aan de start gaan we in gesprek met ambtenaren en begeleiders in een gemeente. We stellen dan de vraag: wat zijn parameters van succes? Een ambtenaar reageert dan bijvoorbeeld met ‘als een jongere na het jaar zijn eigen broek op kan houden’. Begeleiders, die dichtbij de jongeren staan, brengen dan bijvoorbeeld in dat ze al blij zijn als de jongere er in een jaar niet slechter op wordt. Zo ontstaat een reële en gedeelde blik op succes.”
Steeds een stapje verder
“We willen dat iets in de systeemwereld verandert.”
Door middel van de pilots wordt het Bouwdepot steeds een stapje verder gebracht, samen met allerlei partners. “Eén van de dingen waar we op dit moment mee bezig zijn is om op fiscaal vlak te innoveren. Price Waterhouse Coopers onderzoekt pro bono voor ons wat de beste manier is om de jongeren het bouwbudget te geven.”
Belangrijk is ook het doorlopende onderzoek van DRIFT. Uit de eerste pilotstudie blijkt dat het Bouwdepot leidt tot positieve effecten – de jongeren komen in stabieler vaarwater en vinden de rust om stappen te zetten, in plaats van dat problemen zich verergeren. Ook reflecteert het onderzoek op de aanpak zelf. “We proberen zo gaandeweg de juiste vorm uit te kristalliseren, bijvoorbeeld hoelang het Bouwdepot moet duren en welke begeleiding er nodig is.”
Maar de doelstelling van het Bouwdepot reikt verder dan het verbeteren van de aanpak. Manon: “We willen dat iets in de systeemwereld verandert.” Mede door het Bouwdepot ontstaat er in die ‘systeemwereld’ allerlei dynamiek. “Gemeenten gaan met het Bouwdepot aan de slag, maar hebben daarin wel te maken met lastige wet- en regelgeving.” Op nationaal niveau speelt onder meer de Participatiewet, die strenge regels bevat over wat wel en niet mag wanneer je een uitkering ontvangt. “Daarom willen we ook met ministeries in gesprek over hoe we deze groep jongeren goed kunnen helpen en gemeenten kunnen ondersteunen. De pilots met de resultaten, ervaringen en baten geven inspirerende gespreksstof."
Wat maakt een daadkrachtig en responsief bestuur?
Voor de essaybundel van de Staat van het Bestuur 2022 schijnen acht experts op persoonlijke titel en vanuit verschillende invalshoeken hun licht op het vraagstuk. Ik schreef één van de bijdragen, gericht op de vraag: hoe kunnen we veranderkracht mobiliseren, in het openbaar bestuur én in de brede samenleving?
Andere bijdragen komen o.a. van Albert Jan Kruiter, Lisanne de Blok en Kutsal Yesilkagit. Het geheel aan essays maakt een interessante balans: ze gaan zowel over de toenemende noodzaak om te innoveren in het openbaar bestuur, als ook om te koesteren wat we hebben in bijv. onze democratische rechtsstaat en het sterk aanwezige engagement in de samenleving.
De Staat van het Bestuur 2022 zelf is een tweejaarlijkse trendanalyse met feiten, cijfers en onderzoeksresultaten op het gebied van decentrale democratie en bestuur. Een interessant naslagwerk! Uit het rapport: 'Naast de constanten die het openbaar bestuur in Nederland kenmerken, toont de Staat van het Bestuur 2022 een beeld van een openbaar bestuur dat vanuit verschillende kanten onder druk staat'.
Vorige week was ik bij de dealmakersopleiding van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Op het terrein van de Floriade keken we een dag lang door de ecologische bril 🌱 naar onze samenwerkingsvraagstukken. En het viel op: dat brengt inzicht.
Zelf trapte ik af met een inleiding geïnspireerd door het artikel van NRC-journalist Wouter van Noort over de korstmos en wat we kunnen leren van samenwerkingen in de natuur. Vervolgens verkenden we een publiek ecosysteem in de praktijk: die rond de opgave van circulair bouwen. We onderzochten hoe ontwikkelingen als de Floriade, de bouwopgave in Flevoland en de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen opgemaakt zijn uit relaties en hoe je vanuit die relaties beweging kan creëren.
Jurian Strik bracht de ‘ecologische check-up’ mee, een tot de verbeelding sprekend kaartspel dat zorgde voor rake gesprekken tussen de dealmakers.
En geheel in de stijl van ecologen - eerst praktijk verkennen en dan theoretisch reflecteren - eindigden we met een gelaagd en inzichtelijk verhaal van prof. dr. Gerda Van Dijk die als getraind ecoloog onderzoek doet naar organisaties en leiderschap. (Voor geïnteresseerden, zie hier een introductie in haar werk.)
Voor de dealmakers - die als geen ander relationeel werken - bruikbaar materiaal. En voor mij als #CXO een reminder dat ecologisch denken een onderwerp is om verder te verkennen🔍
Op het levendige regiocongres van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen (GMR) vertelde ik over mijn werk als CXO en verkende ik samen met oud-Denker des Vaderlands Daan Roovers de kunst van het samenwerken.
“Alles wat floreert, is wederkerig. We moeten de wederkerigheid terugvinden in onze samenleving. Dat begint met geven. Wat kan ik jou geven wat jij nodig hebt? Of wat kunnen wij samen maken wat geen van ons alleen kan? Met die vragen kunnen we zoveel teweeg brengen.”
Zie link voor het hele verslag👇