Mijn vorige nieuwsbrief ging over de octopus als metafoor voor samenwerking tussen overheidslagen. Deze keer gaat het over de samenwerking met de ‘zwerm’ van spelers in de samenleving. Maakt de overheid hier voldoende gebruik van om maatschappelijke verandering in gang te zetten?
Een zwerm vogels in de lucht zien bewegen, vind ik altijd weer betoverend. Iedere keer als ik zo'n schouwspel bewonder, vraag ik me af hoe het die vogels lukt om zo effectief te navigeren in iets wat zo chaotisch lijkt. Deze vraag houdt ook wetenschappers bezig. Eén van hun verklaringen is dat iedere vogel voortdurend tot wel zeven van zijn buurvogels in de gaten houdt. Als er één van koers verandert, bewegen de anderen onmiddellijk mee. Zo verspreiden bewegingen zich razendsnel door de zwerm. Zo’n zwerm kan tot wel 750.000 vogels (!) bevatten. Zonder hiërarchische sturing verplaatsen ze zich en beschermen ze de groep tegen aanvallers. Een mooi voorbeeld van collectieve intelligentie.
Zwermsamenleving
Ook in onze samenleving zien we steeds vaker voorbeelden van collectieve intelligentie; van partijen die met hun initiatieven een beweging in gang zetten en een ‘zwerm’ meekrijgen. Mooie voorbeelden treffen we in de Duurzame 100 die dagblad Trouw jaarlijks samenstelt. In 2021 stond Holwerd aan Zee in de lijst. In dit burgerinitiatief willen dorpsbewoners en lokale ondernemers hun Friese krimpdorpje nieuw leven inblazen door het opnieuw te verbinden met de zee. Zij haalden met steun van vele partners tientallen miljoenen op voor het project en zijn bijna startklaar.
In de zwermsamenleving tonen niet alleen lokale partijen en burgers veranderkracht. Neem bouwbedrijf Ballast Nedam dat zichzelf twee jaar geleden strengere energie-, gezondheids- en circulariteitsnormen oplegde dan de overheid voorschreef. Het bedrijf stelde dat ‘de markt klaar is voor radicale verandering, geïnitieerd door de industrie zelf’. Vergelijkbare initiatieven komen vanuit de wetenschap, de kunst, het maatschappelijk middenveld en vanuit de overheid zelf. Net als in een vogelzwerm komt de beweging overal vandaan.
Vast in de polder?
De zwermsamenleving biedt kansen voor een overheid die werkt aan maatschappelijke verandering. Maar in plaats van behendig mee te bewegen met en in die maatschappelijke zwerm, houdt de overheid vaak liever vast aan het beproefde poldermodel. Bij polderen is het meer ‘alle eendjes op een rijtje krijgen’ (‘to get your ducks in a row’). Om een verandering te bewerkstelligen, haalt de overheid het maatschappelijk speelveld bij elkaar en zoekt met hen consensus over de te bewandelen route. Dit Nederlandse poldermodel is wereldberoemd, maar heeft nadelen in een tijd van transities en snelle veranderingen:
Hoe kan de overheid samenwerken als een zwerm?
De uitdagingen van vandaag en morgen vragen dus op z’n minst óók om een dynamischer samenwerkingsrepertoire, waarin niet rol of positie centraal staat, maar behendig inspelen op elkaars initiatieven. Hoe kan de overheid samenwerken als een zwerm? 🐦🐦🐦 Twee voorbeelden.
Warmtecoöperaties
Energie-initiatieven van burgers zijn in opkomst. Lokale energiecoöperaties dragen niet alleen bij aan de energietransitie, maar ook aan andere voor inwoners belangrijke doelen, zoals betaalbare energie en een sterke lokale gemeenschap. Ook in de warmtetransitie ('aardgasvrij’) zijn coöperaties actief. Zij hebben het extra lastig: nieuwe duurzame warmtevoorzieningen vragen om grote investeringen. Banken durven het nog niet aan om coöperaties te financieren, gemeenten zijn gewend om eerst te kijken naar bestaande samenwerkingen met commerciële energieleveranciers.
Het is dan ook mooi dat in het Rijksprogramma Aardgasvrije Wijken wél met coöperatieve warmte-initiatieven wordt geëxperimenteerd, zoals in de proeftuinen Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam en Heeg in Súdwest-Fryslân. Via deze proeftuinen kan de coöperatieve manier van werken tot wasdom komen en daarmee anderen aansporen om mee te bewegen (zoals banken, gemeenten en weer nieuwe initiatieven van burgers).
Wandelende bomen
Een ander mooi voorbeeld is het kunstproject ‘Bosk’ (Fries voor ‘Bos’). Vorig jaar liet cultuurtriënnale Arcadia met meer dan duizend bomen door Leeuwarden ‘wandelen’ in mobiele plantenbakken. Deze interventie maakte grote indruk en haalde zelfs de Guardian. De medewerking van de gemeente Leeuwarden droeg bij aan het succes. Ze leenden Arcadia de bomen, die ze deels al in de planning hadden om te planten. Inwoners en bezoekers ervoeren in de praktijk hoe fijn en verkoelend groen in de stad was. Het leidde tot een grote betrokkenheid van vrijwilligers en tot veel verzoeken voor extra groen in de stad. Dit initiatief van buiten maakte zo meer beweging in de samenleving los dan een traditioneel participatieproces van een gemeente voor elkaar zou krijgen. Het laat ook zien hoe waardevol het voor overheden is om de verbeeldingskracht te benutten van creatieve partners zoals culturele organisaties, kunstenaars en ontwerpers.
Kracht van meebewegen
Kortom, wat kan de overheid leren van de zwerm? Ik denk vooral de kracht van meebewegen. Door in te spelen op initiatieven vanuit de samenleving kan de overheid óók haar eigen doelen bereiken. Dat vraagt wel om openheid, oog voor de omgeving en de bereidheid om dingen te doen die aanvankelijk niet op het eigen to-do-lijstje staan.
‘Intelligentie is niet iets dat zich alleen ín een organisme afspeelt, maar wat ontstaat uit de relaties die het met zijn omgeving aangaat,’ las ik laatst in een nieuwsbrief van NRC-journalist Wouter van Noort. Dat vat het mooi samen.
📬 Inschrijven?
Wil je deze berichten direct in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan via onderstaande knop in voor de CXO inspiratie-nieuwsbrief.
Agenda Stad en diens CXO zijn door een jury geselecteerd als overheidsinnovatie voor de Digital Kick-Off Day van het Creative Bureaucracy Festival, een event vol innovatieve overheidspraktijken van over de hele wereld. Zie onderstaande filmpje voor de showcase vanuit Agenda Stad. De andere bijdragen zijn ook te bekijken op YouTube, via onderstaande knop.
"That's why we think the major challenge of this time is to become open, and look outward for collaboration and inspiration."
Door een sterke afrekencultuur zijn we in overheidsland vaak bang om te falen, maar gaan hierdoor juist fouten maken. In deze nieuwsbrief laat ik zien hoe we ons ‘faalbewustzijn’ kunnen versterken en hoe we van fouten bouwstenen kunnen maken voor een oplossing.
Falen is in veel werksettings taboe. We worden geacht om te presteren, en als iets er fout gaat, vinden we het moeilijk om daarvoor uit te komen en ervan te leren. Maar waar gewerkt wordt, worden nu eenmaal fouten gemaakt. Het onvermogen om daar goed mee om te gaan, vergroot de problemen alleen maar - soms met schrijnende gevolgen.
Moeten we falen daarom juist omarmen of zelfs vieren? Rond die gedachte is inmiddels een hele beweging ontstaan. Silicon Valley predikt het motto fail fast, fail often, over de hele wereld worden fuck-up nights georganiseerd, en in ons land bestaat zelfs een ‘Instituut voor Briljante Mislukkingen’. Toch voel ik ongemak bij deze faalverheerlijking. Leren van fouten is goed, maar falen is toch geen doel op zich? Zeker niet als het op organisatie-of systeemniveau gebeurt, met verstrekkende gevolgen.
Het boek The Right Kind of Wrong van Amy Edmondson biedt een verhelderend perspectief op falen. ‘Failing well is hard,’ – goed falen is moeilijk – schrijft ze. Ondersteund met wetenschappelijke inzichten en aan de hand van praktijkvoorbeelden laat de Harvard-professor in management en leiderschap zien dat we falen om verschillende redenen moeilijk vinden. In de eerste plaats druist het in tegen onze aard; instinctief reageren we daarom emotioneel en afwijzend op het falen van onszelf en van anderen. Dit heeft een evolutionaire oorzaak: in de oertijd kon fouten maken je je leven kosten en het kon ertoe leiden dat je stam je verstootte. Ook tegenwoordig zit er nog een sociaal stigma op falen.
Bij de overheid is mede hierdoor sprake van een sterke afrekencultuur. Fouten mogen eigenlijk niet gemaakt worden en als het toch gebeurt, wordt er snel een schuldige aangewezen en een veroordeling uitgesproken. Voormalig topambtenaar Erik Gerritsen stelde in het radioprogramma Spraakmakers dat de overheid hierdoor niet in staat is te leren van eerdergemaakte fouten. ‘Daardoor worden mensen alleen maar terughoudend en reageren ze defensief. Dat staat het leerproces én daadwerkelijke verbeteringen in de weg.’
De ironie is dat de afrekencultuur juist fouten in de hand werkt. Omdat we kleine fouten niet makkelijk toegeven en corrigeren, stapelen ze zich op.
Is falen dan per definitie goed? Edmondson plaatst een belangrijke kanttekening: ‘Some failures are bad, not in the sense of immoral but in the sense of wasteful,’ stelt ze en illustreert dat door drie typen falen te onderscheiden:
Vooral het onderscheid dat Edmondson maakt tussen complex en intelligent falen, maakt veel duidelijk.
Complex falen komen we in het publieke domein veel tegen. Steeds vaker zelfs, als we Edmondson mogen geloven. Fouten maken wil je hier in principe voorkomen. Dat vergt een open en zorgvuldige omgang met de fouten die nou eenmaal gemaakt worden. Nu zien we echter vaak dat de kuur erger is dan de kwaal.
Soms is fouten maken juist de bedoeling. Dit noemt Edmondson intelligent falen. In onbekende situaties kom je zonder experimenteren (en dus ook fouten maken) überhaupt niet verder. Niet voor niets zei Benjamin Franklin over het moeizame proces rond het uitvinden van de gloeilamp: ‘I have not failed, I’ve just found ten thousand ways that won’t work.’ Door het stigma op falen, ontbreekt dergelijke experimenteerruimte binnen de overheid vaak. Terwijl ‘intelligent falen’ ook daar veel kan brengen.
Er worden kansen gemist en dat is zonde. Een raadslid van de gemeente Utrecht vertelde me ooit over de officiële testperiode van een nieuwe tramlijn, een project waarin honderden miljoenen waren gestoken. Er gingen zaken mis tijdens de testritten van de tram, en je zou zeggen: mooi dat dat in een veilige setting zonder passagiers kon worden achterhaald en verholpen. Maar het leidde tot kritische vragen in de raad: hoe kon het dat die tram - die zoveel geld heeft gekost - niet werkt?! Dit voorbeeld laat zien hoe hardnekkig de neiging om foutloos te willen werken in de publieke sector is.
Hoe kunnen we leren van falen, juist ook in complexe situaties?
Edmondson geeft een belangrijke waarschuwing: focus niet op de schuldvraag en de schuldige(n). Vaak heeft een mislukking meerdere oorzaken en heksenjachten om schuldigen aan te wijzen voeden juist de angst om te falen. Beter is het om een werkcultuur te creëren waarin mensen fouten kunnen maken en melden zonder er op te worden afgerekend. Ook pleit Edmondson voor bewustzijn; van onszelf, de situatie en het systeem waarbinnen fouten ontstaan. Pas als we onze eigen reflexen kennen, kunnen we ons gedrag veranderen. En pas zodra we het grotere plaatje en de samenhang tussen zaken zien, vinden we bouwstenen voor oplossingen.
Het klinkt als een goede route op weg naar een ‘verlicht faalbewustzijn’. Succesvol falen als de keuze om – juíst wanneer het moeilijk is – even afstand te nemen, te kijken en te leren.
Meer informatie over Amy Edmondson en haar boek, vind je hier.
‘Polderen houdt de transitie tegen!’
‘Doelmatigheid? Nee, leervaardigheid!’
In mijn CXO nieuwsbrieven zet ik vrijwel altijd voorbeelden uit de praktijk van anderen in de schijnwerpers. Daarmee laat ik zien dat overheidsvernieuwing niet op de tekentafel hoeft te beginnen. Het gebeurt al op allerlei plekken! Plus, zo is mijn filosofie: als we beter voortborduren op elkaars ervaringen, dan komen we écht verder.
Onlangs kreeg ik zelf de spotlight op mijn neus gericht. Online platform Overheid van Nu vroeg mijn mening over allerlei onderwerpen in hun videorubriek ‘overgewaardeerd of ondergewaardeerd’. Wat vind ik van zaken als experimenten, polderen en 'de overheid'?
Het was voor mij een interessante gedachtenoefening. Zo’n twee jaar ben ik nu op verkenning naar vernieuwingen in het openbaar bestuur. Natuurlijk begon ik niet zonder bagage, en inmiddels heb ik heel wat nieuwe puzzelstukjes verzameld over hoe de overheid anders - en meer wendbaar - kan functioneren. In dit interview benoem ik tot wat voor overtuigingen mij dat (tot nu toe) brengt.
Klik hieronder👇 voor het hele item op de website van Overheid van Nu.